Op 1 september 2006 zet ons meisje de stap naar het Buitengewoon Onderwijs.
We hebben haar de kans geboden om in het gewoon onderwijs een jaartje te proberen. Wij zagen dit als een kans, voor haar moet het de hel geweest zijn.
Ze ging 4 voormiddagen in de week naar het COT in Roeselare waar ze in een ontwikkelingsgroepje intensieve therapie kreeg. Ze werd daar op handen gedragen door juf Claudine, logo Mieke en kiné Marieke en werd telkens ondergedompeld in verschillende thema’s.
Ondanks alle geloof en stimulatie ontwikkelde ons meisje niet zoals het hoorde. Ze bleef struikelen over kleine stappen die andere kinderen spontaan zetten. Ze kreeg geen vat op de wereld om haar heen, slaagde ze er niet in om de taal die wij spreken haar eigen te maken.
Ook in de kleuterklas verliep het niet zo vlot. Ze werd constant geconfronteerd met alles wat ze niet kon, wat uiteraard frustraties bij haar veroorzaakte. Ons meisje beseft heel goed wat ze allemaal niet kon en dan moesten de kinderen uit haar klas het soms wel bekopen. Ik kon het mij levendig voorstellen: elke kleuter met een blad voor zich en de opdracht om een bal te tekenen. Op elk blad verschijnt er mooie ronde bal en ons meisje heeft haar potlood in haar hand maar weet in de verste verten hoe ze hier aan moet beginnen, laat staan iets ronds op haar blad te krijgen. Uit onmacht tekent ze dan maar een streep op de blaadjes van de kinderen die dicht in de buurt staan en dan is ze uiteraard een stout kind.
Niet dat we dit ooit van de lieve kleuterleidsters Pascale en Carole als verwijt gehoord hebben. Integendeel! Ze werd op handen gedragen door allebei. We zijn ze dan ook allebei enorm dankbaar!
Maar ondanks alle inspanningen en kansen bleef ons meisje ter plaatse trappelen. De kloof was te groot, het water was veel te diep voor haar. Het tempo lag voor haar te hoog, de verbale informatie niet tastbaar voor haar.
Na een verschrikkelijke vakantie waar ons meisje compleet ontredderd en gefrustreerd was, waren we met zijn allen compleet op! Om de vijf minuten uitte ze haar onvrede, eiste ze mijn aandacht, stoorde ze het spel van de broers,… Voor allemaal de hél, maar zeker voor haar. Volgens mij was ze volledig de pedalen kwijt na een schooljaar volledig overvraagd te zijn.
Ik weet nog dat ik iets ging drinken met mijn vriendinnen en het waren zij eigenlijk die me zeiden: ‘Waarom zet je dan niet de stap naar het buitengewoon onderwijs?’ Moet ze per sé in het gewoon onderwijs blijven?’.
Zij durfden de woorden hardop uitspreken die al een tijdje in mijn gedachten ronddwaalden. Je voelt zo’n zaken eigenlijk wel aan maar het doet zo’n deugd als anderen dit voor je verwoorden.
En dan zet je de stap naar het buitengewoon onderwijs, in ons geval was dit de Kindervriend in Rollegem. In een wereld waar inclusie zo hoog in het vaandel wordt gedragen en als ‘beste’ oplossing wordt gezien, was dit een echte kaakslag.
Ik had echt het gevoel dat we ons meisje alle kansen ontnamen, dat we haar toekomst in de vuilbak gooiden.
We zetten vandaag de stap naar de buitengewone wereld. Met een heel klein hartje en honderdduizend vragen… maar wel met het geloof dat dit de beste stap is voor haar.
Begrijp me zeker niet verkeerd! Ik ben helemaal niet tegen inclusief onderwijs. Ik gun het elk kind en elke jongere die dit aankan! Ik gun hen alle kansen en vind dit ook een meerwaarde voor alle kinderen!
Maar voor ons meisje is de reguliere wereld eentje waar het tempo te hoog ligt, de taal te weinig tastbaar, de omgeving te onduidelijk.