Ons miss gaat sinds haar 9de levensjaar op maandag naar het internaat. Het eerste jaar was compleet de hel. We stonden samen huilend op de drempel te wachten tot de bus haar oppikte.
Een jaar lang vroeg ze me elke zondagavond ‘waarom, waarom mag ik niet thuis blijven?’
Een vraag waarop ik haar geen antwoord kon bieden.
Omdat wij de zorg niet meer aankunnen, omdat wij jou de structuur niet kunnen bieden die veilig is voor jou.
Omdat wij jouw broers de noodzakelijke aandacht niet kunnen geven als we in de ratrace van de zorg blijven.
Ik kon volharden dankzij de steun vanuit de leefgroep. Zij stimuleerden mij om door te zetten. Zij stuurden vaak ‘Marie had het nog even moeilijk maar nu is ze gaan spelen en zien we haar lachen’.
Ik leerde dat haar verdriet vaak heel intens is maar vaak overslaat naar intens geluk. Ik treurde vaak een hele week, zij 10 minuten.
Haar leefgroep is haar tweede thuis geworden. Ze stapt gezwind de auto in, nog een snelle zoen en zwaaien…
Toch blijft de zondagnacht nog steeds een slapeloze nacht. Diep in mij stuitert de onrust doorheen mijn lichaam en kan ik de slaap amper vatten. Gedachten schieten als bliksemschichten door mijn hoofd.
De zorg delen, het went nooit.