‘daag moeke, is hier super leuk, ik zie je graag’… zo sloot ze vanavond ons telefoongesprekje af. Marie verblijft sinds lange tijd nog een weekend in de Lovie.
Hoewel we zelf heel leuke plannen hebben voor dit weekend waar ons miss eigenlijk niet in past, word ik overvallen door een intens gemis. Tranen die heel diep onderdrukt zitten, vinden dan toch hun weg.
Ik voel hoe ik keihard tegen de muur van levend verlies word gesmakt.
Hoe rauw het rouwen binnenkomt.
Rouwen omdat het allemaal anders had kunnen lopen.
Rouwen omdat de zorg delen nog te vaak aanvoelt als falen en als loslaten.
Rouwen omdat ze ons eeuwig kleine meisje blijft.
Rouwen omdat zorgen voor een levenslange taak blijft.
De laatste jaren stonden volledig in teken van zorgen voor… Mantelzorgen in de breedste zin van het woord, voor zowel jong als oud.
We zijn dankbaar dat we dit kunnen opnemen maar de angst om te breken neemt steeds grotere proporties in.
Wat had ik jou zo graag een kot leven gegund, een studententijd vol vrienden en plezier, een studie waarin jij zeker jouw tanden in had gezet en waarin je verdomme nog zou in slagen.
Jouw eeuwig doorzettingsvermogen had je zover kunnen brengen, jou optimisme jou zo’n zonovergoten toekomst geschonken.
Lieve Marie, moeke ziet jou ook graag… en mist je een beetje.