Ons meisje startte op haar drie jaar in de kleuterklas. Dit in combinatie met vier voormiddagen therapie in een ontwikkelingsgroepje in het COT (Centrum OntwikkelingsTherapie in Roeselare)
Zij zat in een groepje van 6 kinderen die extra stimulatie nodig hadden om in het gewoon onderwijs te kunnen blijven. Dit kleutergroepje werd telkens begeleid door een kleuterleidster, een logopediste en een kinesiste.
Zij kreeg daar de kans om ondergedompeld te worden in elk thema dat aan bod kwam. Om met engelengeduld kleine stapjes aan te leren, om elke dag nieuwe kansen te krijgen, om graag gezien te worden. Na een jaar bleek dat ondanks de intense therapie en stimulatie Marie niet voldoende ontwikkelde en dat ze de stap moest zetten naar het buitengewoon onderwijs.
Andere kleuters uit haar groepje konden langere tijd therapie volgen en zo weer aansluiting vinden bij hun leeftijdsgenootjes.
Nu de leeftijd van leerplicht volgend schooljaar naar vijf jaar verlaagd, kunnen kinderen in het derde kleuter niet langer aansluiten in die ontwikkelingsgroepjes. Omwille van de leerplicht mogen ze in de derde kleuterklas niet langer 4 momenten van 3 uur afwezig zijn van school. Op die manier krijgen derde kleuters niet langer de kans om dankzij intense therapie bij te benen. In tijden waarin men de mond vol heeft van inclusie en het M-decreet, is dit toch een tegenstrijdige consequentie.
Ik kan in de beslissing komen om kinderen op 5 jaar naar school te laten gaan. Dit om net die kinderen die te weinig of niet op school geraken dezelfde kansen te geven. Maar het mag toch niet zijn dat andere kansen voor ‘kwetsbare’ kinderen op die manier op de helling komen. Heeft men eigenlijk goed nagedacht over alle gevolgen van dergelijke beslissingen? Of wordt er ook hier weer NA-gedacht.
Om de waarde van het COT in de verf te zetten én om jonge kinderen naar het COT toe te leiden, wordt er momenteel een ‘promofilmpje’ opgenomen in het COT. Ik kreeg vanmorgen de kans om als tevreden ex-ouder ons verhaal te komen doen. Ik kreeg nog maar eens de kans om het belang om elk kind alle kansen te gunnen én de waarde van het buitengewoon onderwijs in de verf te zetten. Eenmaal ik aan mijn verhaal begin, ben ik niet meer te stoppen!
Zegt die mens op het einde: ‘u bent zo vlot in taal… doet u aan copyright misschien?
Met dit complimentje op zak, ben ik de rest van de dag doorgedarteld!