Ik had ze een dagje thuis gehouden omdat ze dit weekend een slap vodje was. Zware hoest, keelpijn en lamlendig. Het werd een weekendje in moeke kruipen.
Vandaag bracht ik ze terug naar de Lovie. Ze zag het totaal zitten en kroop al glunderend in de auto.
Net voor we vertrekken, klaagde ze al van buikpijn. Buikpijn is voor haar vaak een uiting van stress. Stress die ze bij mij ook voelde waarschijnlijk want ze blijft dit weekendje in de Lovie.
De rit wordt spannender dan gehoopt. Om de zoveel kilometer klinkt het ;’pijn aan mijn buik’ en kijkt ze me met een bedenkelijke blik toe. De ritten gaan meestal gepaard met wat buikpijn dus ook deze keer haal ik mijn animatie-skills boven.
Dit keer met wisselend succes want net voor de laatste rotonde sloeg het onheil toe. ‘Voel nie goe’ wordt gevolgd door drie maal haar hart uit haar lijfje spuwen. Mijn auto is in een mum van tijd tot een ‘spuugbak’ omgetoverd.
Ik zet de auto aan de kant en in de gietende regen red ik mijn meisje uit de ondergekotste passagiersstoel. Haar broek, haar trui, haar schoenen,… alles is bezegend. Ik bevrijd haar van haar bevuilde kleren. Ze staat in haar slipje en t-shirt blootvoets aan de kant van de weg te bibberen.
Het voordeel van haar naar de Lovie voeren, is dat er een overvolle valies in je koffer zit en je snel reservekledij uit je koffer kan opdissen.
Gelukkig zijn we slechts een straat verwijderd van haar leefgroep en zachtjes rijden we verder. Ze kijkt me met grote puppy-ogen aan en ik moet mijn verstand laten spreken om haar niet terug mee te nemen naar huis.
Ik kom aan in de Lovie en ik leid een meisje in slip en op blote voeten naar haar kamertje. Haar begeleidsters komen me tegemoet en ik krijg handdoeken en washandjes om haar en mijn auto te verfrissen. Ze blijft dapper en herleeft even bij het zien van haar liefje.
Ik leg haar kleren in haar kast en steek ze terug in haar bedje. ‘Dag miesje, ze gaan goed voor je zorgen… tot volgende week vrijdag’.
Ik voel me enorm schuldig omdat ik een ziek meisje in de handen van de begeleiding schuif.
Ik stap mijn stinkende auto in, spreek mezelf even moed in en zet de terugweg in want de plicht roept.
Ik prijs mezelf gelukkig dat ik dit niet op de Brusselse ring ben tegengekomen. Een meisje in t-shirt, slip en op blote voeten aan de kant van de weg en een heen en weer hollende moeder… het moet een vreemd gezicht geweest zijn…