Op 28 augustus verhuisde Marie van de jongerenwerking naar de volwassenenwerking.
Ze kreeg een budget waarmee ze haar zorg overdag en ’s nachts kan inkopen.
Haar nieuwe woonst ligt in het Begijnhof van Diksmuide. Een prachtige plek die rust uitstraalt.
Haar dagbesteding ligt om de hoek.
Ze woont samen met 6 andere bewoners wat maakt dat het dicht bij een huisgezin aanvoelt. Ze verhuisde samen met een aantal jongeren waardoor er toch een aantal zaken vertrouwd aanvoelen. Ook haar individuele begeleidster veranderde van job en behoort nu ook tot het vaste team.
Haar dagbesteding bestaat uit een variatie tussen individuele momenten, semi-industrieel werk, atelierwerk, sport en vrije tijd. Geen tijdsdruk en veel variatie, de ideale mix.
We zijne enorm dankbaar dat Marie de kans kreeg om binnen deze setting te mogen wonen en werken. Op beide plekken een warm en toegewijd team die haar met open armen ontving.
Ze zette zelf heel vlot de stap waardoor wij ook haar met een gerust hart ‘achterlaten’ in Diksmuide.
Marie heeft verschillende talenten, waaronder sociaal wenselijk reageren, haar kwetsbaarheden wegmoffelen en haar sterker voordoen dan ze is. Ze is heel moeilijk te lezen en ze zet zelf de valkuil om overschat te worden wagenwijd open.
Bij elke nieuwe stap houden wij ons hart vast. Het begin loopt gesmeerd maar stillaan valt Marie door de mand en moeten verwachtingen bijgesteld worden. Bij elke stap voel ik hoe ik (nog maar eens) moet vechten voor haar kwetsbaarheid. Haar kleine ik-je vertaald krijgen in specifieke aanpak en ondersteuning is telkens een uitdaging. Een evenwicht vinden tussen haar kunnen en aankunnen is een moeilijk evenwicht. Mensen rond haar willen met de beste wil en bedoelingen ons meisje stimuleren om te groeien maar ze klapt dicht bij elke verwachting waar ze niet aan kan voldoen.
Haar kwetsbaarheid is op het eerste zicht onzichtbaar. Maar ze is wel steeds aanwezig. Ze maskeert met stoer gedoe, ‘ga lukken’ en observeert anderen om te doen wat er verwacht wordt. Op die manier lijkt het alsof ze verbale boodschappen begrijpt en zelfstandig aankan.
Maar het magische woord in de hele aanpak van Marie blijft nabijheid. Nabijheid bieden door letterlijk rond haar te cirkelen, haar vragen te beantwoorden voordat ze er een stelt, haar zinnen aan te vullen wanneer ze niet uit haar woorden geraakt, handelingen over te nemen als haar emmertje dreigt over te lopen.
Haar emmertje is piepklein en op momenten al van ’s morgens vroeg al helemaal gevuld. De ene dag kan ze de wereld aan, de andere dag zorgt een klein druppeltje voor een ontploffing. Haar gedrag is de taal die ze niet verwoord krijgt…
Het wordt (alweer) aftasten en in overleg gaan met haar begeleiders om samen een aanpak te vinden waarbij ze kan landen en gekoesterd worden. We schrijven (nog maar eens) enkele bladzijden in haar oneindige handleiding met de hoop dat die vaak herlezen en gedragen wordt.
Mijn kleine meisje, wie zal dit voor jou doen als ik er niet meer ben?
Wie zal je verlengstuk en tolk blijven?